Veel ondernemers zijn wel overtuigd van de toegevoegde waarde van video in hun socials. Kijk maar naar je eigen scroll-gedrag op Facebook, LinkedIn en Instagram: je merkt dat je eerder geneigd bent om stil te staan bij een automatisch spelende video, dan een lap tekst of een stilstaand plaatje. De officiële statistieken onderstrepen dit ook: volgens Cisco, een vooraanstaand leverancier van apparatuur waarop een groot deel van het Internet draait, is 82% van al het webverkeer in 2022 video. Er is dus bijna geen ontkomen meer aan. Maar video is ook heel duur om te maken. Toch?
Een van de meest gestelde vragen die ik als filmmaker en editor krijg, is “wat kost dat nou, een video?”. Dat is ongeveer hetzelfde als een willekeurige showroom binnenlopen en vragen wat een auto kost. Hoe luxe wil je het hebben? Auto’s zijn er in alle prijsklassen, van pak-‘m-beet acht duizend tot meerdere tonnen. Voor video geldt hetzelfde. Het is dan ook zinvoller om eerst te kijken naar het doel wat je met video beoogt en wie je ermee wilt aanspreken. Heb je dat helder, is het een kwestie van het hoe en waarmee.
Laten we eens starten bij de basis – de camera. Welke je kiest, bepaalt de beeldkwaliteit. Uiteraard kun je een RED of een ARRI inhuren, maar dan ben je honderden euro’s per dag kwijt – alleen voor de camera (!) – en dan heeft de cameraman die weet hoe je ‘m bedient nog niks gerekend. Je kunt ook je eigen mobiele telefoon op een selfie stick plaatsen en zelf opnames maken, maar dan blijkt al snel dat zaken zoals licht, geluid (de helft van je video!), compositie, shot grootte variatie, beauty shots en weten hoe je het geheel moet monteren het verschil te maken in het eindresultaat.
Hoewel authenticiteit zeker een rol speelt in de gunfactor bij opdrachtgevers, staat professionaliteit nog altijd voorop. Dus: dat slechte geluid, die plant die uit je hoofd lijkt te groeien, of de afwas van de avond ervoor – het doet allemaal afbreuk aan jouw zorgvuldig opgebouwde imago als professional of merk. Gelukkig zijn er voldoende opties tussen deze extremen in.
In de afgelopen jaren is er veel veranderd op camera-gebied. Naast filmen met mobiele telefoon en/of digitale fotocamera, zijn er diverse digital cinema camera’s bijgekomen, waarmee je de kwaliteit van de traditionele Hollywood filmproductie kunt evenaren – zonder de bijbehorende traditionele hoge budgetten. Dit past helemaal binnen de trend om meer film/video met minder budget te realiseren.
Terecht spenderen veel marketeers aandacht aan het optimaliseren van hun website en een doordachte SEO-strategie, zodat er goed wordt gescoord binnen Google. Wie verder dan positie 10 komt, belandt op de 2e pagina binnen Google, wat veelal gelijkstaat aan niemandsland.
Wat velen zich echter niet realiseren, is dat YouTube de 2e zoekmachine ter wereld is. Vergeet Bing, Yahoo en Duck Duck Go – YouTube is een veelgebruikte bron van informatie voor velen: of het nu gaat om recepten, gameplays of how-to-video’s. Met name mannen staan erom bekend dat ze eerder op zoek gaan naar een video met een simpel stappenplan dan het lezen van de handleiding (!)
Toch wordt YouTube nog maar door een beperkt aantal merken op structurele wijze ingezet. Lichtende voorbeelden binnen Nederland daarin zijn Albert Heijn/AllerHande en Etos, maar ook diverse bouwmarkten en reisorganisaties. Maar er is nog een wereld te winnen voor diverse andere productcategorieën.
Eén ding is echter zeker – met een enkele video ga je die wedstrijd niet winnen. YouTube (lees: Google) kan nog steeds geen video lezen, maar indexeert de video op basis van de metadata die is ingevuld op deze video, de toegevoegde ondertiteling, de mate van interactie met de kijkers en hoe de video’s samen een geheel vormen. Naast reguliere SEO voor je website, zou je als merk dus ook aan Video SEO kunnen doen – maar dan heb je wel eerst voldoende content nodig.
Vanuit YouTube zijn de video’s op diverse plekken te integreren (lees: embedden), zoals de eigen site (‘brand channel’) of op externe blogs en sociale media (‘branded channels’). Hoewel embedden vanaf YouTube nog steeds mogelijk is, doe je er beter aan om de video apart te uploaden binnen LinkedIn, Facebook, Twitter en Instagram (IGTV).
Een belangrijke factor zijn de kosten per video. Door slim te produceren, kun je in relatief korte tijd veel video’s opnemen. Een goede voorbereiding maakt daarin het verschil. Voor het platform Vleeschwaar zijn er meerdere receptenvideo’s op een dag gedraaid, waarmee de kosten per video enorm naar beneden gingen.
Een rekenvoorbeeld laat dit zien: een cameraman met professionele apparatuur kost al snel zo’n € 500-600 per dag. Voor montage wordt zo’n € 400-500 per dag betaald. Uitgaande van de vuistregel dat 1/3 opnames gelijk staat aan 2/3 montage, ben je voor een enkele bedrijfspromo die in een dag wordt gedraaid (met een minimale bezetting) zo’n € 1.300-1.600 kwijt. Schiet je op diezelfde dag echter 8 korte films van 30 seconden tot 1 minuut, zijn de kosten per film nog maar zo’n € 160-200.
8 films in serie monteren in dezelfde tijd als 1 film, is alleen mogelijk als er volgens een vastomlijnd script wordt gewerkt: bijvoorbeeld door een enkel camerastandpunt, waarbij korte segmenten afgewisseld worden met visuele animaties in beeld.
Met 8 films ben je 8 weken lang voorzien van wekelijkse videocontent. Zeker in combinatie met een uitgedachte social mediastrategie waarbij je meerdere keren per week ook andere berichten plaatst (foto/tekst), heeft dat een versterkend effect.